Ingrediënten voor een ronde taartvorm met een diameter van 24 cm: Voor de bodem: 125 g meel1 tl baksoda½ tl zout¼ tl bakpoeder85 g boter100 g rietsuiker2 eieren160 ml zure room½ vanillestokje, de zaadjes ½ el geraspte schil van onbespoten citroen1 klontje boter voor het invetten van de vorm Voor de vulling: 235 g kersen (gewogen na het ontpitten) 1 el meel1 el suiker Voor het kruimeldeeg: 120 g meel25 g amandelschaafsel 50 g rietsuiker½ tl bakpoeder 1 snufje zout85 g boter
Bereid eerst het kruimeldeeg voor, want dat moet rusten. Meng in een schaal het amandelschaafsel, de suiker, het bakpoeder, het meel en het zout. Voeg de zachte boter toe (minstens 20 minuten van tevoren uit de koelkast gehaald), verdeel in stukjes en meng alles met de vingertoppen tot een kruimelig mengsel. Dek af met huishoudfolie en laat een half uur rusten in de koelkast. Bereid ondertussen de vulling: was de kersen en dep ze droog, verwijder de pitten, meng ze met het meel en de suiker en zet ze apart. Maak nu de taartbodem: klop, liefst met een elektrische mixer, de boter, op kamertemperatuur, en de suiker. Voeg één voor één de eieren toe en blijf roeren, voeg het volgende ei pas toe als het eerste helemaal is opgenomen. Voeg de zure room, de vanillezaadjes en de citroenrasp toe en meng opnieuw. Voeg als laatste het meel, de baksoda en het bakpoeder, samen gezeefd, en het zout toe; meng met een pollepel of spatel tot een glad deeg. Doe de helft in de goed beboterde vorm, maak vlak, leg de kersen erop en bedek deze met de andere helft. Verdeel het kruimeldeeg uit de koelkast over het oppervlak en bak de taart ongeveer een uur in een voorverwarmde oven op 170 °C (controleer of hij niet te veel kleur krijgt en bedek het zo nodig met aluminiumfolie en verlaag de temperatuur eventueel iets). Neem de taart na deze tijd uit de oven, laat volledig afkoelen en haal hem uit de vorm.