Ingrediënten voor 6 personen:500 g rijpe pruimen100 g rietsuiker½ onbespoten citroen (het sap)1 klontje boter om de vorm mee in te vetten *** Voor de crumble:100 g meel (type 00)100 g amandelmeel100 g rietsuiker100 g boter1 onbespoten citroen15 g amandelschaafsel1 snufje zout
Was de pruimen en dep ze droog, verwijder de pitten en snijd het vruchtvlees in stukjes. Doe de pruimen in een pan met dikke bodem met de suiker en het citroensap; laat ze 10-15 minuten koken - roer gaandeweg - tot de pruimen zacht zijn en er bijna een siroop is ontstaan. Haal van het vuur en laat volledig afkoelen. Bereid ondertussen de crumble: doe in een schaal de zachte boter (minstens 20 minuten ervoor uit de koelkast gehaald) in kleine stukjes, de suiker, de geraspte citroenschil en een snufje zout. Bewerk deze ingrediënten eerst met een elektrische garde, voeg dan het gezeefde meel en het amandelmeel toe en blijf roeren met een pollepel, tot een grof, kruimelig mengsel is ontstaan. Leg op het werkvlak en kneed met de handen tot een deegbal; dek af met huishoudfolie en laat 30 minuten rusten in de koelkast. Leg na deze tijd de pruimen met hun siroop - koud - op de bodem van een ovenschaal (ongeveer 15 x 25 cm), verdeel over het hele oppervlak, bedek ze met het deeg, verkruimeld in niet te kleine stukjes. Bestrooi met amandelschaafsel en bak ongeveer 40 minuten in een voorverwarmde oven op 170 °C. Haal uit de oven en laat afkoelen voor het serveren. Voor dit dessert kunt u elk soort fruit gebruiken dat u maar lekker vindt, zolang het maar in het seizoen is; appels, perziken, aardbeien, abrikozen, kersen ... en u kunt de crumble ook naar eigen smaak verrijken, met stukjes pure chocolade, fijngehakte bitterkoekjes, grof gehakte hazelnoten ... het blijft heerlijk!