Maak de kool schoon, verwijder de slappe of beschadigde bladeren en verwijder de centrale nerf. Houd hiervoor het blad met één hand vast aan de basis van de nerf, pak met de andere hand de nerf stevig vast en trek hem van de basis naar boven. Was de verkregen bladeren onder stromend water, dep ze droog en snijd ze fijn op een werkblad. Verhit het gepelde teentje knoflook in een koekenpan met dikke bodem met 3 eetlepels olijfolie; haal het eruit als het bruin is en doe de palmkool erin, laat 10 à 15 minuten bakken, doe het vuur uit en laat de kool afkoelen. Wanneer de kool is afgekoeld, doe hem dan in een schaal met de ricotta, het ei, de pecorino, de verkruimelde sneetjes brood, het paneermeel, zout en peper. Meng goed zodat een homogeen mengsel ontstaat. Neem stukjes van het deeg en vorm met de handen kleine balletjes die iets groter zijn dan een walnoot; rol ze door het paneermeel en leg ze gaandeweg op een met bakpapier beklede bakplaat. Giet een scheutje olijfolie over de balletjes en bak ze ongeveer 20 minuten in een voorverwarmde oven op 180 °C. 

Bereid ondertussen de mayonaise: doe de eidooiers, goed 'bevrijd' van het eiwit, in een schaal en begin de olijfolie er druppelsgewijs bij te gieten, onder voortdurend roeren met een garde: met één hand druppelt u de olie erin (zorg dat het druppels zijn!) en met de andere hand mixt u zonder op te houden. De eieren zullen langzaamaan steviger worden en de saus zal haar mooie kleur en definitieve voorkomen krijgen. Nadat u alle olie heeft opgebruikt en de laatste druppel er goed door heeft gemengd, voegt u een snufje zout en een theelepel citroensap toe terwijl u blijft roeren. Proef en voeg naar eigen smaak, een beetje per keer, nog zout en citroen toe. Als u wilt, kunt u ook een snufje peper toevoegen. Als de balletjes gaar zijn, haalt u ze uit de oven, laat ze een minuut of tien rusten, schikt u ze op een schaal en serveert u ze met de mayonaise. 

U kunt deze lekkere balletjes ook bereiden met spinazie, snijbiet of boerenkool in plaats van palmkool.