Ingrediënten voor 4 personen:400 g verse ricotta150 g meel80 g geraspte oude pecorinokaas200 g jonge spinazie3 el extravergine olijfolie2 teentjes knoflook1 ei zout en peper naar smaak70 g boter12 salieblaadjes geraspte oude pecorinokaas
Was de spinazie goed en kook hem met aanhangend water en een snufje zout enkele minuten in een pan op matig vuur. De spinazie laat genoeg vocht vrij om te koken (als u geen deksel op de pan doet tijdens het koken, blijft de spinazie groener). Giet de spinazie af, knijp het vocht eruit (met de handen) en hak fijn met een mes op een houten snijplank. Laat nu de spinazie enkele minuten in een koekenpan op smaak komen met twee à drie eetlepels al warme olijfolie en twee teentjes knoflook. Bewerk in een kom met een houten lepel de ricotta, de bereide spinazie (eenmaal afgekoeld), 100 gram meel, de geraspte Parmezaanse kaas, het ei, zout en peper. Vorm van het verkregen mengsel met de handen en met behulp van een lepel ovaalvormige gnocchi van circa 3 cm lang. Rol ze door het overgebleven meel en laat ze een uurtje op een keukendoek (bestrooid met meel) liggen.
Breng nu ruim water met zout aan de kook en verhit ondertussen de boter in een koekenpan met dikke bodem. Voeg, zodra de boter is gesmolten en begint te schuimen, de salieblaadjes toe, gewassen en gedroogd met een keukendoek (naar smaak, heel of in reepjes gesneden). Laat langzaam fruiten en kook ondertussen de gnudi in het kokende water. Wanneer ze boven komen drijven haalt u ze er met een schuimspaan uit, uit laten lekken en dan voorzichtig sauteren in de koekenpan met boter en salie. Serveer de gnudi goed heet met een ruime hoeveelheid geraspte pecorino.
In Toscane varieert de naam van dit type gnocchi behoorlijk: naast de bijnaam 'gnudi’ (van oud-Toscaanse 'ignudi’ = naakten), worden ze 'malfatti' (= misbaksels), maar ook 'strozzapreti' (= priesterwurgers) genoemd en waarschijnlijk houdt het hiermee niet op!