Laat de stukken ree een nacht lang marineren, bedekt met de melk waaraan u een wortel, een stengel bleekselderij, een halve ui, de salie, de rozemarijn, 2 kruidnagels en 4 jeneverbessen hebt toegevoegd. We raden aan om melk te gebruiken in plaats van wijn (zoals gebruikelijk is bij het marineren), zodat het vlees zijn kenmerkende smaak behoudt. Leg de volgende dag de stukken ree in een braadpan met dikke bodem en braadt ze, zonder nog iets toe te voegen, ongeveer 20 minuten op matig vuur. Het vocht zal uit het vlees komen (goed afgieten!), waarbij het de laatste restjes sterke wildsmaak kwijtraakt. Haal nu de stukken vlees uit de pan, doe er de olijfolie in en fruit daarin de overgebleven grofgesneden kruiderijen (bleekselderij, ui en wortel). Voeg wanneer deze lichtgekleurd zijn het vlees met de jeneverbessen, de kruidnagels en de kaneel toe. Laat op laag vuur een half uurtje braden, roer af en toe. Blus daarna op hoog vuur af met de wijn, laat deze volledig verdampen. Bedek met de bouillon, doe de deksel op de pan en laat alles heel zachtjes sudderen, ongeveer een uur tot anderhalf uur (afhankelijk van de malsheid van het vlees). Breng op smaak met zout en peper. Voeg de tomatenpuree en laat nog een uurtje zachtjes sudderen. De stoofschotel is nu klaar. Mocht er wat teveel 'vocht' zijn, dan kunt u de jus nog even laten indikken. Nu is het moment aangebroken om van uw gerecht te genieten, het liefste met geurig vers brood of met een lekkere polenta, zacht en delicaat ... ... en daarbij hoort het traditionele, uitnodigende 'Buon Appetito!'.