In de periode van april en mei zie je vaak personen, uitgerust met een stok, die in de heuvels en langs de weggetjes tussen de planten een lenteheerlijkheid zoeken: asperges. De wilde asperges zijn heel dun (als een potlood), smakelijk en licht bitter.

Voor dit recept gebruiken we asperges die zijn gekweekt in de moestuin, met een delicater aroma. Verwijder de harde onderkant van de asperges, was ze en dep ze droog met een keukendoek. Maak de ui schoon en snijd hem aan plakjes. Fruit licht in 2 el olijfolie in een koekenpan met dikke bodem. Wanneer de ui een mooie goudbruine kleur heeft, de asperges toevoegen en alles ca. 10 minuten laten koken. Draai vervolgens het gas uit en laat afkoelen.

Breek ondertussen de eieren in een schaal, voeg de belegen pecorino toe, zout en peper en meng alles goed. Verhit 2 el olijfolie in een anti-aanbakpan, doe er het eimengsel in en bereid een dunne omelet.  Draai de omelet met behulp van een bord om en bak hem kort ook aan de andere kant. Wanneer hij gaar is, legt u hem op bakpapier, besmeert u hem met Asparagina op het hele oppervlak en voegt u de eerder bereide asperges toe. Rasp er de jong-belegen pecorino over en rol de omelet op. Wikkel hem stijf in het bakpapier en sluit beide uiteinden als een snoepje. Laat minstens 10 minuten rusten in de koelkast, maar ook langer is mogelijk. Verwijder het bakpapier en snijd de omeletrol, die goed compact zal zijn, in plakjes van ca. 1,5 à 2 cm. Serveren bij het aperitief.