Laat de witte kikkererwten een nacht weken en de zwarte twee nachten. De bonen kunnen meteen worden gekookt.  Kook de peulvruchten gaar in ruim kokend water samen met 1 à 2 laurierblaadjes, zonder zout. De kooktijden zijn verschillend, dus gebruik 3 verschillende pannen. Voor de zwarte kikkererwten zijn 2½ uur nodig, voor de witte 2 uur, terwijl voor de zwartoogbonen een uurtje voldoende zal zijn (proef om te voorkomen dat ze kapotkoken of nog niet helemaal gaar zijn).

Pureer ondertussen de salieblaadjes en de kappertjes met het water en in een mum van tijd heeft u zo een heerlijk sausje voor bij dit gerecht. Wanneer de peulvruchten gaar zijn, giet u ze af, maar u houdt het kookvocht apart: dit kan altijd dienen om andere gerechten mee aan te lengen, te verwarmen en te koken en is bovendien erg gezond. Doe alle peulvruchten samen in een kom, garneer met de wortel die u met de daarvoor bestemde fijnsnijder in dunne plakjes hebt gesneden. Voeg de geraspte pecorino toe en breng alles op smaak met olijfolie, zout en peper (naar smaak). Serveer samen met de bereide saus.

NB Alle drie de peulvruchten staan onder het Presidium van Slow Food.