Kook de aardappels, haal ze door een aardappelpureepers of een passeerzeef. Doe de nog hete puree in een schaal en voeg de boter toe (op kamertemperatuur gelaten). Roer goed, voeg zout, peper, nootmuskaat toe en als laatste een voor een de dooiers en één heel ei. Meng goed zodat een compact en homogeen mengsel ontstaat. Bekleed een bakblik met bakpapier. Doe het aardappelmengsel in een spuitzak en maak roosjes (iets groter dan een walnoot) rechtstreeks op het bakblik, met een paar centimeter tussenruimte. Kluts het overgebleven ei in een schaaltje en bestrijk er met een keukenkwastje de roosjes mee. Bak in een voorverwarmde oven op 200 °C totdat ze goudbruin zijn (na ca. 20 à 25 minuten).