Spoel de kipfilet onder stromend water en droog zorgvuldig. Kluts in een kom de eieren met een flink snufje zout, leg de filet erin en laat een paar uur in de koelkast marineren.

Begin na ongeveer een uur met de bereiding van de rest. Was de aardappelen zorgvuldig onder stromend water en doe ze in een pan met koud water, zonder ze te schillen. Voeg een snufje zout toe, het liefste grof zout, en een eetlepel azijn (dat zorgt ervoor dat de aardappelen niet stuk gaan tijdens het koken). Kook ze gaar in circa 20 à 30 minuten vanaf het moment dat het water kookt.

Hak ondertussen 150 g pistachenoten heel fijn en de overige pistachenoten wat grover. Haal de filet uit de koelkast, giet hem af, paneer hem met de grof gehakte pistachenoten en laat enkele minuten rusten.

Verwarm de melk een paar minuten. Controleer de aardappelen met een vork, giet ze af wanneer ze gaar zijn. Schil ze zodra het mogelijk is en pureer ze onmiddellijk met een pureeknijper. Doe de puree in een pan, voeg de fijngehakte pistachenoten en de warme melk toe. Hoeveel melk moet worden toegevoegd is afhankelijk van hoe u de puree wilt, zacht of juist wat steviger. Voeg de melk beetje bij beetje toe, totdat het gewenste resultaat is bereikt. Breng tot slot op smaak met zout.

Verhit nu de olijfolie in een koekenpan en brak de plakjes kipfilet, 5 à 6 minuten per kant. Zo nodig 1 à 2 eetlepels warm water of bouillon toevoegen. Leg de filets op een schaal, serveer er de warm gehouden puree bij en… buon appetito!