Ingrediënten voor 4 personen:5 rode ui6 el extravergine olijfolie brood100 g pecorinokaas½ l vleesbouillon zout
Maak de uien schoon en leg ze in hun geheel een nacht in een schaal met water en een ½ glas wijnazijn; dit is een kleine truc om de sterke smaak van de ui te temperen.
Verhit de volgende dag de olijfolie in een koekenpan met dikke bodem, voeg de uitgelekte, drooggedepte en vervolgens dun gesneden uien toe.
Zodra ze kleur beginnen te krijgen, het vuur hoger draaien, afblussen met de rode wijn en wanneer deze is verdampt, het vuur laag zetten. Voeg zout en peper toe. Laat een half uur koken op matig vuur, goed afgedekt. Voeg indien nodig 1 à 2 lepels bouillon toe om de uien niet te laten verbranden: uien zijn 'lastig'. Vet een ovenvaste schaal in met olijfolie en verspreid een pollepel of twee gekookte uien op de bodem. Leg het geroosterde brood erop, giet er 2 pollepels bouillon over, weer uien en strooi er flink wat geraspte pecorinokaas over. Bak in een op 180 °C voorverwarmde oven, totdat de bovenkant goed is gegratineerd. Laat de soep eerst minstens een kwartier 'rusten' en zet hem dan op tafel.
(1) De merkwaardige naam die deze soep in Florence heeft komt van het Griekse woord 'Karabos', dat boot in de vorm van een schelp betekent. Eerst is men een soepterrine zo gaan noemen en vervolgens een soep. Dit recept wordt al vermeld in een kookboek van 1500 met de naam Carabazada (in die tijd werden aan de uien gehakte amandelen, kaneel, suiker en azijn toegevoegd). En het was ook in die periode, de Renaissance, dat hij op reis ging naar Frankrijk, geëxporteerd door Catherine de' Medici naar het hof van haar man, de koning van Frankrijk, waar hij na enkele aanpassingen de beroemde ‘soupe à l'oignon’ werd.