Ingrediënten voor 4 personen: 500 g meel van steengemalen harde tarwegries
250 ml water250 g palmkool (of een vergelijkbare koolsoort)100 g pecorino
75 g geroosterde walnoten80 ml extravergine olijfolie1 el citroensap1 takje peterselie zout en peper
Bereid de strozzapreti: maak een 'bergje' met het meel op het werkblad en giet het water in het midden, een beetje per keer. Kneed, eerst met een vork, waarbij u telkens wat meel van de randen meeneemt, daarna met de handen, totdat een gladde, zachte, niet plakkerige deegbal ontstaat. Neem een beetje deeg en rol dit met de handen uit tot een grote 'spaghetti' van ca. 5 mm dikte. Ga zo door totdat het deeg op is. Snijd de grote 'spaghetti's' in stukjes van 4 à 5 cm lengte, leg op elk een houten prikker (in de lengterichting) en druk licht, draai er vervolgens het deeg omheen. Haal de prikker eruit en leg de strozzapreti die klaar zijn gaandeweg op een schaal te rusten, bestrooid met een handje meel.
Bereid ondertussen de pesto: haal de middennerf uit de koolbladen, was ze onder stromend water en leg ze enkele minuten in het water.
Zet een pan met water op het vuur en giet dit wanneer het kookt over de koolbladen, die u in een vergiet heeft gedaan. Laat ze afkoelen, knijp ze met de hand goed uit en doe ze vervolgens in een blender met de geraspte pecorino, de walnoten, de peterselieblaadjes (gewassen en drooggedept), het citroensap, zout en peper.
Hak alles fijn zodat een glad en homogeen mengsel ontstaat. Kook de strozzapreti in ruim kokend water met zout, giet af en houd een paar eetlepels kookwater apart. Doe de pasta in een schaal met de pesto en meng goed. Als het geheel u wat te 'droog' lijkt, voeg dan een beetje kookwater toe. Roer nogmaals goed en serveer heet, met een paar flinters pecorino erop en een scheutje rauwe olijfolie.