Ingrediënten voor 5 personen: 400 g meel1 glas water9 el extravergine olijfolie1 tl zout *** 500 g verse ricotta van schapenmelk1 potje pesto (van 180 g)2 eieren100 g geraspte oude pecorinokaas
Voor de bodem: maak op de deegplank of op uw werkblad met het meel een bergje met een kuiltje, doe 4 eetlepels olijfolie, het zout en een beetje water in het midden. Roer met een vork het meel langzaam van de randen naar het midden toe en voeg beetje bij beetje het water toe. Wanneer het deeg steviger is geworden, kneed u met de handen zodat een homogene deegbal ontstaat. Het deeg moet niet te zacht noch te hard zijn. Neem ¾ van het deeg, deel dit in 5 gelijke delen en rol deze een voor een uit met een deegroller. Gebruik wat meel om te voorkomen dat het deeg blijft plakken.
Vet een ronde ovenvorm met een diameter van 26 cm in met 1 eetlepel olijfolie en doe er de eerste deeglap in. Laat goed aansluiten, ook aan de randen. Bestrijk het oppervlak met olijfolie, leg er een tweede deeglap op en bestrijk deze weer met olijfolie. Ga zo door tot het deeg op is. Prik met een vork in de lagen deeg.
Voor de vulling: meng in een ruime schaal de ricotta en de pesto. Voeg de geraspte pecorino en het ei toe en meng alles goed zodat u een homogene crème verkrijgt. Verdeel deze over het deeg en strijk glad met de achterkant van een lepel. Rol het achtergehouden deeg uit en snijd het in repen van circa 2 cm breed. Leg deze in een ’ruitpatroon’ (zoals bij een vlaai) op de crème van pesto en ricotta.
Bak de taart ongeveer 35 minuten in een voorverwarmde oven op 180 °C, totdat het deeg een mooie goudbruine kleur heeft. Laat de taart goed afkoelen voordat u hem uit de bakvorm haalt en serveer!