Ingrediënten voor een taartvorm met een diameter van 26 cm: 400 g wit meel200 g boter180 g suiker2 eieren1 citroen1 snufje zout *** 5 g bladgelatine *** 500 g aardbeien3 el gelatine (of aarbeienconfiture) *** 2 el poedersuiker
Leg het gezeefde meel met het snufje zout in een bergje met een kuiltje in het midden op een werkblad. Leg de zachte en in stukjes gesneden boter (een half uur eerder uit de koelkast gehaald) met een ei, een eidooier, de suiker en de geraspte citroenschil in het midden. Meng de ingrediënten eerst voorzichtig met een vork en vervolgens met de handen (liefst 'koud') zonder te veel te kneden, anders wordt het deeg minder bros. Maak een bal van het deeg, bestrooi licht met meel, leg in een kom en laat afgedekt minstens een half uur rusten op een koele plek.
Voeg de gelatine toe aan de nog heel warme banketbakkersroom. Laat de gelatineblaadjes eerst 10 minuten weken, knijp ze vervolgens met de hand goed uit en in los ze op een apart pannetje op (zoals wij het noemen) ”vingertemperatuur”. Zet het pannetje met de uitgeknepen gelatine op het vuur en roer het door met de wijsvinger: de gelatine zal zich oplossen net voordat u uw vinger brandt! Roer de gelatine goed door de room en dek de bovenkant af met een stukje keukenfolie om te voorkomen dat zich bij het afkoelen van de room een velletje vormt.
Pak nu het zanddeeg, bestuif het werkblad met meel en rol het deeg met de deegroller uit tot een dikte van 3 à 4 mm. Let op want het deeg brokkelt snel. Bedek de bodem en de wanden van een goed met boter ingevette bakvorm met antiaanbaklaag. Maak een mooie hoge rand, zodat er plek is voor zowel de room als de aardbeien (als het niet lukt om het deeg met de deegroller uit te rollen, doe dit dan rechtstreeks in de bakvorm, met de handen). Prik met een vork hier en daar gaatjes om te vermijden dat het deeg tijdens het bakken omhoog komt. Bedek de bodem met een velletje aluminiumfolie en leg daar gedroogde bonen of rijst op, als gewicht.
Zet de taart in de al warme oven (ongeveer 150 °C) en bak hem een half uur afgedekt en nog 5 à 10 minuten zonder aluminiumfolie zodat de hele taart een mooie biscuitkleur krijgt. Laat de taart afkoelen en bestrooi hierna de buitenste rand (die nooit echt mooi en egaal is) met de gezeefde poedersuiker en vul de taart met de banketbakkersroom. Strijk mooi vlak.
Neem tijdens het bakken de aardbeien (ze moeten rijp maar stevig zijn en niet te groot), verwijder het kroontje en de blaadjes en laat ze een half uur marineren met twee eetlepels rietsuiker. Giet ze heel goed af en dep ze goed droog met keukenpapier (anders zullen ze vlekken maken op de room). Snijd de aardbeien doormidden, leg ze in regelmatige cirkels op de room en bestrijk ze met de gelatine (of met de verwarmde en gezeefde confiture). Let erop de room niet met de kwast aan te raken.
De taart is eindelijk klaar! De bereiding duurt een beetje lang, maar u zult worden beloond (dat hopen we tenminste) met de mooie kleurige uitstraling en de lekkere smaak. En niet te vergeten: bewaar de taart in de koelkast wanneer hij goed is afgekoeld..