Haal allereerst de boter uit de koelkast en laat ongeveer een kwartiertje zacht worden.
Meng in een kom de suiker en de zachte boter zorgvuldig. Laat de rozijnen een tiental minuten wellen in lauw water en hak de walnoten en amandelen grof. Voeg het haksel toe aan het mengsel van boter en suiker (dep de rozijnen eerst zorgvuldig droog), voeg ook de geraspte schil van de citroen en de sinaasappel toe. Meng goed. Voeg al roerend de Fragolina (houd 2 à 3 eetlepels apart), de olijfolie, het meel, de wijn en een snufje zout toe.
Kneed dit deeg zo’n 5 minuten en doe het daarna in de ingevette bakvorm. Garneer de taart met de overgebleven Fragolina en strooi er 1 à 2 eetlepels suiker over.
Bak de taart 35 à 40 minuten in een voorverwarmde oven op 180 °C. Mocht de bovenkant van de taart snel donker kleuren, dan bedek hem dan met een stukje aluminiumfolie.