Was de aardbeien voorzichtig met het ‘groen’ er nog aan (anders nemen ze water op en zijn ze minder lekker). Leg ze op een theedoek of op keukenpapier, zodat ze kunnen drogen. Verwijder het kroontje en snijd de aardbeien boven een kom in stukjes. Doe er suiker en citroensap bij en meng.

Bedek de kom en laat deze een half uur staan.

Haal de aardbeien door een passeerzeef, zet de zeef hierbij in zijn fijnste stand. Als de aardbeien stevig en goed rijp zijn en u eet de moes binnen 2 dagen, dan is de Fragolina klaar (u moet de moes wel in de koelkast bewaren). Laat de moes anders, af en toe roerend, 20 à 30 minuten koken in een kleine pan met antiaanbaklaag en dikke bodem (laat de moes langer koken wanneer hij nog te vloeibaar is, of korter wanneer hij dik genoeg is: op het eind moet de moes de stevigheid van een crème hebben).

De aardbeienmoes is overheerlijk met ijs, ‘dolci al cucchiaio’ (= toetjes die met een worden gegeten) of wanneer hij, zoals we op de Fattoria doen bij het aperitief, wordt vermengd met ‘bubbeltjes’ (hij voegt geur, kleur én smaak toe). Voor iedere flûte spumante voegt u 1 el moes toe.

Maak er dus iets meer van, wanneer u de Fragolina bereidt, en pasteuriseer de potjes: zo heeft u altijd een kleine voorraad achter de hand.