Ingrediënten voor een focaccia met een diameter van 28 cm 180 g meel van harde tarwegries120 g volkorenmeel100 ml water1 aardappel (geschild en gekookt)50 ml melk25 g biergist1 tl suiker een snufje suiker, een snufje zout½ ui1 paprika
1 kleine aubergine (of een halve grote)1 wortel1 courgette100 g tomaten3 el tomatensaus4 el extravergine olijfolie4 basilicumblaadjes
zout en peper ... of in alternatief een pot Guazzabuglio en een paar verse basilicumblaadjes1 el extravergine olijfolieeen snufje oregano
Prak voor het deeg de geschilde, gekookte aardappel fijn, voeg de melk toe en meng alles goed totdat een crème ontstaat. Los de gist op in een glas in 50 ml lauw water met een snufje suiker (de temperatuur van het water moet lauw zijn en niet hoger dan 32 °C). Doe de twee soorten meel in een ruime schaal en meng ze. Maak een 'fontein' (bergje met kuiltje) van het meel, voeg de aardappelcrème en het gist toe en roer goed totdat alle ingrediënten goed gemengd zijn. Voeg dan een snufje zout en de rest van het water toe. Neem het deeg uit de schaal, leg het op een licht met meel bestoven deegplank (of aanrecht) en begin energiek te kneden, gooi het van tijd tot tijd op de plank zodat er lucht in komt, totdat een glad en homogeen deeg ontstaat. Vorm een bal en leg deze in een met olijfolie ingesmeerde schaal; laat rusten op kamertemperatuur totdat het volume van het deeg is verdubbeld.
Bereid ondertussen de vulling (wanneer u de Guazzabuglio van La Vialla gebruikt, kunt u even rusten en het deeg opnieuw bewerken zoals beschreven). Laat de fijngesneden ui enkele minuten fruiten in 4 el olijfolie en voeg dan de andere in blokjes gesneden groenten toe. Wanneer de groenten enigszins zijn gekleurd de tomatensaus, het basilicum en een snufje zout toevoegen. Meng alles goed en breng aan de kook. Doe de deksel erop en laat de Guazzabuglio 10 à 15 minuten koken op matig vuur, roer af en toe om te zorgen dat hij niet 'aankoekt'
Haal nu het goed gerezen deeg uit de schaal en leg het op een met meel bestoven werkblad. Trek de uiteinden naar buiten en vervolgens naar binnen, waarbij u de randen over elkaar legt. Draai het deeg een kwartslag, herhaal de handeling en laat het deeg nog 30 minuten rijzen onder een glazen schaal of een slakom. Deel het deeg hierna in tweeën. Spreid het eerste gedeelte uit met de handen of met een deegroller en leg het in een ronde ingevette ovenschaal van 28 cm doorsnede. Vul met de groenten, spreid ook het andere gedeelte van het deeg uit en leg dit op de vulling. Sluit de randen goed door te drukken en te 'knijpen'. Meng in een schaaltje 2 el water met 1 el olijfolie, een snufje oregano en een beetje zout en bestrijk de focaccia met dit mengsel; laat opnieuw 30 minuten rusten. Bak de focaccia in een op 210 °C voorverwarmde oven, 20-25 minuten of totdat hij mooi goudbruin is. Haal de focaccia uit de oven en laat hem minstens 10 minuten rusten (let op, de binnenkant kan 'kokendheet' zijn) voordat u hem serveert. Hij is heel goed geschikt als voorgerecht of tussendoortje, of voor een picknick en tijdens een reis.