Ingrediënten voor 'broodsoep' voor 10 personen:10 el extravergine olijfolie (plus 3 à 4 voor de Ribollita)2 grote uien (plus ½ kleine voor de Ribollita)4 teentjes knoflook3 à 4 wortels2 stengels bleekselderij2 aardappels met witte kruim½ savooiekool1 palmkool (of andere soort groene of boerenkool)
300 g droge bonen (indien mogelijk cannellinibonen)½ l groentebouillon (eventueel van een blokje)
1 pot gepelde tomaten (500 g)½ kg traditioneel Toscaans wit brood (het liefst zoutloos) een paar salieblaadjes zout en peper
Het zou ideaal zijn als u over een aardewerken pan beschikt, maar met hapjespan of pan met antiaanbaklaag gaat het ook prima. Week de bonen minstens 12 uur in koud water en kook ze dan met twee gepelde teentjes knoflook, wat salie, 2 eetlepels olijfolie en een beetje grof zout ongeveer één tot anderhalf uur. Proef nu en dan om te zien wanneer ze gaar zijn. Fruit in de overgebleven olijfolie eerst zachtjes de ui en de fijngehakte knoflook en voeg vervolgens, beetje bij beetje, alle in stukjes gesneden groenten, de helft van de bonen die door de passeerzeef zijn gehaald (samen met hun kookvocht) en de gepelde tomaten met hun sap toe. Giet de groentebouillon erbij tot de groenten zijn bedekt en kook een à anderhalf uur op laag vuur. Proef halverwege de kooktijd en voeg eventueel zout en peper naar smaak toe. Meng nu ook de hele bonen door de soep. Leg daarna een laagje brood op de bodem van een grote soepterrine, giet er enkele pollepels soep over, bedek weer met een laagje brood, giet er weer wat soep erover … en ga zo door tot alles op is. Laat de soep een uurtje rusten alvorens deze te serveren.
'Broodsoep' wordt ... 'Ribollita'
Om thuis echte Ribollita te maken, moet u als volgt handelen: doe de net gemaakte soep wanneer hij is afgekoeld, - of als u er een 'restje' van heeft - in een ovenschaal van aardewerk en bestrooi de soep met fijne plakjes ui, een beetje versgemalen zwarte peper en sprenkel er 3 à 4 eetlepels uitstekende extravergine olijfolie over. Zet de schaal in de oven en laat alles stoven totdat de ui licht gebruind is! Warm serveren, niet kokendheet.
De geschiedenis:
De oudere boeren vertellen van vroeger toen ze als kind en hielpen bij het ritueel dat elke vrijdag plaatsvond. De huisvrouwen kookten op die dag een opmerkelijk, zelfs uitstekend, 'primo piatto', bonensoep. De dag erna, op zaterdag, bereidde en bakte men het brood voor de hele week en voor de hele familie (ook enkele mannen bleven thuis van het werk op het land voor dit vermoeiende, maar belangrijke werk). Het overgebleven oudbakken brood (men hield expres een zekere hoeveelheid apart) werd gebruikt voor de soep. De overige ingrediënten waren groenten uit de moestuin, al naar gelang het seizoen, samen met aardappelen en bonen, die het hele jaar door goed konden worden bewaard. De volgende ochtend werd het 'restje' van de overvloedige bonensoep op smaak gebracht met olijfolie en 'ribollita' ('opnieuw gekookt') in de houtoven, die nog warm was van het broodbakken op vrijdag. Zo werd het een ontbijt voor mensen die gewend waren de dag goed te beginnen.
Tegenwoordig is de 'overgebleven en opnieuw gekookte' soep of, beter gezegd, het ontbijt van onze grootouders op de zaterdagochtend, een van de beroemdste gerechten van Toscane, naast de 'Pappa al Pomodoro' en de 'Bistecca alla Fiorentina': de Ribollita staat in elk restaurant of trattoria tussen Siena, Firenze en Arezzo op het menu (soms smaakt hij goed, soms overheerlijk, andere keren laat hij veel te wensen over). Hier in de buurt, vooral in Firenze is het een wat snobistische gewoonte (hetzij vanwege de nederige oorsprong, dan wel, met name, omdat het goed in overeenstemming is met de meest recente aanbevelingen voor een gezond en evenwichtig dieet) om de Ribollita tijdens diners en verfijnde banketten te serveren: als 'primo piatto' natuurlijk, of op minimalistische wijze veranderd in eenpersoons porties, in hapjes (finger-food, kunnen we zeggen?) op lepels of op een blaadje sla, als begeleider van aperitieven en als antipasti. (tot ontsteltenis van de huisvrouwen die het recept hebben uitgevonden en ook zouden roepen "… waar zijn de plakjes ui gebleven?!").