Voor het zanddeeg: de kneep bij dit recept zuit bij de snelheid van werken. Snijd de boter, koud uit de koelkast, in kleine stukjes en doe die bij het meel. Meng de twee ingrediënten met de vingertopen. Doe dit vlug, om te voorkomen dat de boter smelt. U zult zo een grof deeg verkrijgen, waaraan u de overige ingrediënten toevoegt. Kneed alles totdat u een glad deeg heeft verkegen. Maak er een bal van, wikkel deze in keukenfolie en laat een uur rusten in de koelkast. Verwarm de oven voor op 160 °C. Haal het deeg uit de koelkast. Dit zal nu hard zijn geworden. Klop er eerst met de deegroller op om het zo veel mogelijk te pletten en rol het pas dan uit. Vet een bakvorm in met boter en verdeel het deeg erin met behulp van de vingertoppen (zanddeeg is moeilijk uit te spreiden, gebruik wat meel om te helpen). Vul met de confiture en bak 45 minuten in de oven. Mocht de taart te donker van kleur worden, dek de bovenkant dan af met aluminiumfolie. Haal de taart uit de oven en laat hem afkoelen. Snijd ondertussen de vijgen doormidden, verwarm een koekenpan en karameliseer daarin de vijgen met de suiker, de Vin Santo en de met de handen in stukjes gebroken walnoten. Er moet een enigszins vloeibaar mengsel ontstaan dat u op de nog lauwe taart giet. U kunt de taart bestrooien met poedersuiker, voor de sier, want hij is zo al lekker zonder toevoegingen: hij zal uw hart stelen vanaf het eerste hapje ...