Zet in een pan met antiaanbaklaag de melk met de in stukjes gesneden bakkeljauw en hier op de aardappelen (geschild, afgespoeld en in stukjes gesneden) op zeer laag vuur. Zorg ervoor dat de bakkeljauw niet op de bodem aankoekt. Verplaats hem vaak met een houten lepel, vooral tijdens de bereiding. Giet de vis zeer goed af wanneer hij de melk heeft opgenomen en volledig uit elkaar is gevallen. Doe hem in een slakom roer er met hulp van een garde de olijfolie door. Maak hier een zachte crème van en roer door het verkregen mengsel de pijnboompitten, het basilicum en de goed fijngehakte knoflook. Klop alles nog een beetje door en voeg, wanneer het mengsel niet luchtig genoeg is, een beetje melk toe. Gebruik geen zout (de kabeljauw is "een bedrieger"). Proef het gerecht wanneer deze klaar is en voeg dan zout toe, mocht hij enigzins flauw zijn.
Dit soort dikke kabeljauwcrème lijkt heel veel op een Venetiaans gerecht, "il baccalà mantecato", een overheerlijk antipasto dat zeer veel gebruikt wordt in Venetië. De versie met pijnboompitten en basilicum is smakelijker en minder zwaar. De Venetiaanse kabeljauw wordt bijna altijd smeuïg gemaakt met vloeibare room. Serveer de kabeljauw met crostini van brood of gegrilde polenta.
Wanneer u de bakkeljauw niet kant en klaar geweekt vindt, maar nog op zout, laat de vis dan een paar dagen in een kom met koud water staan. Verschoon het water drie à vier keer per dag. Na drie dagen zal hij klaar zijn om te worden bereid!