Ingrediënten:1 kg vijgen500 g suiker1 citroen1 vanillestokje
Was de vijgen snel en droog ze goed, leg ze uitgespreid op een theedoek of op keukenpapier. Verwijder het steeltje en snijd de vijgen in grote stukken. Laat de vijgen ongeveer een half uur koken in een pan of koekenpan met antiaanbaklaag (zonder al te hoge rand, met een dikke bodem en zonder deksel). Voeg nu de suiker, de in kleine stukjes gesneden cederschil en het vanillestokje toe en laat nog een half uur tot drie kwartier koken. (De confiture moet behoorlijk ingedikt zijn: de kooktijd hangt af van de rijpheid en de kwaliteit van de vruchten.)
Roer en controleer de confiture regelmatig, let op dat deze niet ‘aanbrandt’. Draai het vuur uit en giet de confiture in een schaal. Zet de schaal 20 minuten in een voorverwarmde oven op 140 °C. Zo zal de confiture drogen en bijna karamelliseren: het is werkelijk een overheerlijke confiture.
Men kan de confiture gebruiken als vulling voor vlaaien en gebak, als broodbeleg bij het ontbijt of als tussendoortje, of in combinatie met kazen en vleeswaren.
Voor het bewaren van de confiture: kook voor gebruik de jampotjes en deksels 10 minuten in ruim water. Haal ze met een tang uit het water en laat ze drogen op een in vieren gevouwen theedoek. Giet de kokendhete confiture in de potjes (dit maakt een sissend geluid) en sluit de potjes meteen. Tijdens het afkoelen trekt het potje vacuüm (u hoort de ‘klik’ van de deksel) waardoor de confiture goed kan worden bewaard.